Buiten waait het hard, is het koud, nat en mistig. En bovendien is het vroeg donker. November en december zijn niet mijn favoriete maanden. De donkerte buiten heeft een impact op mijn gemoed. Ik geraak moeilijker uit mijn bed, mis de zonnestralen en de energie om te knallen.
Bovendien horen we rondom ons zoveel slecht nieuws. Mensen die sterven, mensen die een zware diagnose krijgen, mensen die iemand verliezen… het houdt haast niet op. De donkerte weegt des te zwaar op deze verhalen. We koesteren des te meer onze gelukjes en leven hard mee met al die mensen rond om heen. We doen keihard om ons best om voor hen toch enige lichtpuntjes te brengen.
November en december zijn ook die maanden waar de spanning stijgt bij Marie. De aankomst van de Sint wordt al glimmend bekeken en haar kinderlijk geluk doet onze harten smelten. Maar het wachten op de cadeautjes en de verrassingen zorgt ook voor onrust. En na de Sint is er Kerst. Opnieuw een feest waar ze zelf enorm naar uit kijkt. Lekker eten, gezelligheid en opnieuw cadeautjes.
De onrust zorgt voor extra vroeg uit bed geborsteld worden, voor een extra groot magneetje dat zich aan mij vasthangt, voor ‘wat gaan we nu doen’ dat weerklinkt als een mantra…
Het worden maanden van extra mantelzorgen en van meedeinen op haar golven. We spannen onze ‘kieten’ (doen extra ons best) en komen hier ook wel door. Maar het was mooi geweest als dit maanden waren met een winterslaap…