Het was het eerste wat ze deed vrijdag… Zich nestelen in de zetel en ons erbij roepen.
Dit om naar de heruitzending van Radio Gaga te kijken.
Hoewel we ondertussen de uitzending van buiten kennen en bijna kunnen naspelen, kwam het toch weer binnen. We genoten enorm van dit warme en authentieke beeld dat van de buitengewone wereld werd geschetst. Geen woord te veel maar ook geen te weinig. En dit doorspekt met heerlijke liedjes.
Op het einde van de aflevering hoor ik Dompi vragen: ‘heb je tips voor mensen die er plots voorstaan?’
Ik hoor me dapper zeggen: ‘op zoek gaan naar gedeelde zorg’.
Ik krijg haast de slappe lach als ik mezelf bezig hoor. We zijn hier de laatste weekends aan het verzuipen.
Mijn lieve collega kwam gisteren nog maar eens bezorgd vragen of het wel lukt.
‘Je ziet er zo moe uit. Kan je jezelf nog wel opladen tijdens het weekend?’.
Lap, daar sloeg ze de nagel op de kop.
’s Avonds besloot ik dan eindelijk de kalender voor aanwezigheden in de leefgroep (die hier trouwens al drie weken te lang ligt) in te vullen. We nemen samen ons voor om ze gemiddeld 1 weekend per maand in de leefgroep te laten verblijven.
Zachtgekookt zoals we zijn, worden het er uiteindelijk maar vier ipv. zes maar toch geeft het ons een goed gevoel.
Ik stuurde vanmorgen dit document door, zonder er nog maar eens naar te kijken. Ik weet zeker dat ik anders de weekends had geschrapt.
In mijn hoofd beginnen mantra’s vorm te krijgen: ‘je hebt ze enkel maar tijdens het weekend’.
Het schuldgevoel knaagt serieus aan mijn geweten.
Het feit dat ik nu wankel, laat mij toe om ‘rationeel’ de keuze te maken voor gedeelde zorg. Op die momenten is het ook belangrijk dat ik die zorg ook inplan. Anders loop ik voor mezelf het risico dat ik op het moment zelf mijn staart intrek. Omdat ik dan vind dat het wel loopt, dat het niet meer nodig is, dat ik ze liever bij mij wil.
Gedeelde zorg… zo belangrijk… zo onbetaalbaar… maar ook soms ook zo moeilijk planbaar.