Ik snak elk jaar naar de 1ste januari. Het begin van het nieuwe jaar is telkens ook het einde van de feestparade, het feestgedruis en de ‘gezellige’ drukte.
Wij, Marie en ik, blijven al een aantal jaar lekker thuis op Nieuwjaar. De beide grootouders zouden enorm blij zijn met een bezoekje op die dag, maar ik besliste een aantal jaar geleden dat hier onze grens ligt. Niet omdat ik asociaal wil doen, wel uit pure noodzaak.
Na de spannende maand december die in teken staat van cadeautjes, verrassingen en compleet alle structuur kwijt geraken, kan die eerste januari er echt niet meer bij. Mijn mannen schuiven vanavond nog maar eens de voetjes onder tafel. Wij nestelen ons in onze zetel en krijgen de nieuwsjaarsbrieven via de whatsapp door.
We overleefden ook dit jaar de Kerstvakantie.
Het waren dit jaar elf dagen waarin ik in opperste paraatheid verkeerde. Elf dagen waarin ‘moeke’ het centrale begrip was.
Het waren dagen waarin ze van mij verwachtte dat ik haar gedachten kon vertalen, dat ik de liedjes die ze in haar hoofd had losweg op spotify kon opzoeken, waar ze mijn nabijheid elk moment opeiste en haar frustraties botweg op mij af reageerde.
Frustraties omdat ze niet kan wachten tot het feest begint, kwaad worden omdat de tijd niet sneller gaat (ik kan niet wachten), overstuur zijn omdat ze ondanks de grote vermoeidheid steevast om 8u haar bed uitspringt, haar verveling van de daken schreeuwend (wat moet ik nu doen…)
Het waren dagen waarin ze telkens het beste van mij naar boven liet komen: animatie van ’s morgens vroeg, grapjes maken om de spanning te doorprikken, alles laten vallen om samen met haar ‘leuke dingen’ te doen, activiteiten uit de mouw schudden om op haar eeuwige ‘wat moet ik nu doen’ een antwoord te kunnen bieden.
Mijn hoofd tolt van de vele melodietjes in een sneltempo door haar box werden gesleurd. Nog voor je de tijd had om een deuntje te herkennen, klonk er al een andere tune… Een ware mengelmoes van alle genres, uitvoeringen en meezingers.
Zelf liep ze wervelend rond. Haar spanning sloeg om in een obsessie om te eten (heb honger) en eindigde vaak in een harde strijd om haar eetbuien in te palmen. Ze werd meermaals overmand door de spanning en brulde letterlijk haar onmacht uit. De onrust is haar lijfje was ook dit jaar moeilijk te beheersen. Het was op momenten echt zielig te zien hoe telkens de stress het volledig van haar overnam.
Ze bleef enorm dapper en kondigde bij elke nieuwe onderneming aan dat ze het ‘op makje zou doen’. Aan haar goodwill ligt het alvast niet.
Wat voor haar ‘op mijn gemakje’ is, blijkt voor mij nog steeds een race tegen de tijd te zijn.
Morgen breng ik haar terug naar de leefgroep. Terug naar haar levensnoodzakelijke structuur en rust. Dankzij die gedeelde zorg, kan ik terug aan het werk en genieten van de dagelijkse sleur.
Ik moet even bekomen van deze ‘Kerstvakantie’. Als je me de volgende dagen tegen komt, geef me nog even de tijd om op mijn plooi te komen. Ik heb nog even de tijd nodig om terug mijn batterij op te laden en mij terug te smijten. Geef me nog tot Driekoningen en dan kan je weer ten volle op mij rekenen!